Vergrote prostaat

De prostaat is een klier die bij de man onder de urineblaas en boven de sluitspier van de blaas ligt. Door deze klier heen loopt de afvoerbuis van de blaas: de plasbuis. Deze voert urine af vanuit de blaas. De prostaat produceert vocht dat samen met vocht uit de zaadblaasjes het sperma vormt. Het zaadvocht dient als bescherming van de zaadcellen als die op zoek gaan naar een eicel. Bij de geboorte is de prostaatklier klein, maar naarmate de testosteronspiegel (mannelijk geslachtshormoon) stijgt bij het begin van de puberteit, begint hij snel te groeien. Bijna de helft van alle mannen heeft omstreeks het zestigste levensjaar een vergrote prostaat. Doorgaans betreft het een goedaardige vergroting (Benigne Prostaat Hyperplasie: BPH), die wel regelmatig aanleiding kan geven tot klachten met plassen of bij een zaadlozing.

Oorzaken

De oorzaken van goedaardige prostaatvergroting zijn niet precies bekend. De aandoening wordt wel in verband gebracht met veranderingen in de afname van de testosteron- en toename van de oestrogeenspiegel die het gevolg zijn van het normale verouderingsproces.

Verschijnselen

De ernst van de symptomen hangt af van de mate waarin de prostaat tegen de plasbuis drukt. De klachten kunnen bestaan uit een minder krachtige urinestraal en/of een onderbroken straal, moeite met het op gang komen van het plassen, meer aandrang en vaker moeten plassen, nadruppelen, ongewenst urineverlies (incontinentie), ’s nachts vaker plassen of een gevoel hebben dat de blaas niet leeg komt. De combinatie van deze klachten wordt ook wel LUTS genoemd (Lower Urinary Tract Symptoms).

Onderzoek

De diagnose wordt gesteld op basis van de klachten van de patiënt gevolgd door een lichamelijk onderzoek. De eenvoudigste test die wordt gedaan om een prostaatvergroting op te sporen, is een onderzoek van de prostaatklier via de endeldarm (het rectum). Hierbij voelt de arts naar de prostaatklier (rectaal toucher genoemd). Bij goedaardige prostaathyperplasie is de prostaat vergroot en stevig en meestal voelt het oppervlak glad aan. Wanneer daarin een ruwe structuur of harde bobbel wordt gevoeld, wordt verder onderzoek gedaan zoals een prostaatbiopsie om te bepalen of het een tumor betreft.

Bloedonderzoek is noodzakelijk om vast te stellen of er afwijkingen zijn in de concentraties van de bloedbestanddelen, die wijzen op minder goed functioneren van de nier of een verhoging van de stof PSA (prostaatspecifiek antigeen).
PSA is momenteel de belangrijkste stof in het bloed om prostaatkanker mee op te sporen. Echter, bij niet alle vormen van prostaatkanker blijkt dat het PSA verhoogd is en niet iedere verhoging van het PSA gaat ook gepaard met kanker.

Urineonderzoek vindt plaats om infecties van de urinewegen of blaasstenen op te sporen. De kracht en de duur van de urinestraal kan worden gemeten met een flowmeter. Tijdens het onderzoek plast u in een speciaal daarvoor bestemd toilet. Een meetapparaat dat in het toilet is ingebouwd, meet de kracht van de straal. Deze meting wordt geregistreerd op grafiekpapier. Het is belangrijk om te weten of u uw blaas helemaal leegplast. Wanneer te veel urine achterblijft, kan dit klachten veroorzaken.

Echografie is een pijnloze manier om de prostaat en de urinewegen te visualiseren.

Een ander onderzoek dat gedaan kan worden bij goedaardige prostaatvergroting is de cystoscopie. Bij dit onderzoek kunnen afwijkingen aan prostaat, urineblaas en plasbuis direct zichtbaar worden gemaakt.

Behandeling

Sommige patiënten met goedaardige prostaathyperplasie (vergroting van de prostaat) hoeven niet te worden behandeld als ze weinig klachten hebben. Deze patiënten wordt meestal aangeraden enkele eenvoudige instructies op te volgen, zoals zittend plassen en ‘s avonds minder te drinken zodat ze dan ’s nachts niet zo vaak hoeven te plassen.

Medicatie

Als voor een behandeling wordt gekozen is de eerste keus vaak een behandeling met tabletten. Er zijn twee soorten medicijnen om plasklachten te behandelen. Het eerste soort, de alfa-blokkers, waarvan Tamsulosine en Alfusozine de meest gebruikte zijn, ontspannen de blaashals waardoor de plasklachten verbeteren. Het andere soort medicijn is de 5-alfa reductaseremmer waarvan twee soorten beschikbaar zijn, namelijk Finasteride en Dutasteride. Deze  medicijnen verkleinen de prostaat en verbeteren daardoor de plasklachten. Het effect treed minder snel op dan bij alfablokkers. De twee soorten medicijnen kunnen ook worden gecombineerd om een beter effect te bereiken.

Chirurgie

Indien medicijnen niet voldoende effect (meer) hebben of teveel bijwerkingen veroorzaken kan gekozen worden voor een operatie. Als de prostaatklier niet al te groot is, kan een buisje in de plasbuis worden ingebracht en kan hierdoor een deel van de prostaat operatief worden verwijderd (transurethrale resectie van de prostaat: TURP) met behulp van microgolven of laserstralen.
Als de prostaatklier te groot is, moet deze door middel van een buikoperatie worden verwijderd. Bij de operatie (prostaatoperatie volgens Hryntchak of Millin), pelt de uroloog via een snede onder in de buikwand en de prostaat of de blaas de prostaatvergroting met de wijsvinger uit.

Waar kunt u terecht voor uw behandeling

U kunt met uw klachten een afspraak maken op de polikliniek in beide ziekenhuizen.
In beide ziekenhuizen zijn de benodigde faciliteiten aanwezig voor elk van de mogelijke behandelingen voor de vergrote prostaat.

Meer informatie

www.allesoverurologie.nl/mannen/plasproblemen
www.urolog.nl/urolog/php/patients.php?doc=prostaat&lng=nl
www.prostaat.nl

Mannelijk geslachtsorgaan met prostaat onder de blaas